Een beroemde gemalin van de Franse koning Henri II, Diane de Poitiers werd geboren uit aristocratische ouders in het kasteel van Saint-Vallier, in de Franse Alpen. Zij huwde Louis de Breze, hoveling en kleinzoon van koning Karel VII, op vijftienjarige leeftijd. Bij de dood van haar echtgenoot in 1531 zorgde zij ervoor dat zijn titel van seneschal (vertegenwoordiger van de koning) van Normandië in haar eigen handen overging, in plaats van dat ambt naar de koning te laten terugkeren, zoals traditioneel gebruikelijk was. Nadat Frans I de troon had bestegen, werd Diane zijn zonen metgezellin. Toen Frans I in 1525 bij de slag van Pavia gevangen werd genomen, bood hij zijn zonen François en Henri aan als gijzelaars in ruil voor zijn vrijheid. Toen Henri op twaalfjarige leeftijd naar Frankrijk terugkeerde, werd Diane zijn leermeester en gids. De twee kregen een hechte band en naarmate Henri ouder werd, werd hij verliefd op zijn mentor.
Nadat Henri in 1547 koning van Frankrijk werd, werd Diane zijn favoriete minnares, raadgeefster en metgezel. Als koning vertrouwde Henri haar belangrijke correspondentie en documenten toe en vertrouwde op haar advies in belangrijke staatsaangelegenheden. Diane kreeg aan het Franse hof meer gezag dan Henri’s koningin, Catherine de Médicis, en ondanks het feit dat Catherine een verre nicht van Diane was, maakte hun rivaliteit om Henri’s affecties hen tot bittere vijanden. Henri begunstigde Diane door het kasteel van Anet voor haar te laten bouwen, haar de titel van hertogin van Etampes te geven en haar het beheer van de kroonjuwelen en het kasteel van Chenonceau, een van de prachtigste koninklijke residenties van Europa, toe te staan. In 1559 stierf Henri echter aan de verwondingen die hij in een duel opliep en spoedig daarna nam zijn jaloerse koningin Catharina bezit van de kroonjuwelen en verbande Diane voorgoed uit Chenonceau.