De politie had het onderzoek naar de moord op Nicole van den Hurk gestaakt, dus bekende haar stiefbroer valselijk om haar lichaam opnieuw te laten onderzoeken voor DNA-onderzoek.
Wikimedia CommonsPortret van de 15-jarige Nicole van den Hurk in 1995, het jaar dat ze werd vermoord.
Nadat de moordzaak op Nicole van den Hurk in 1995 meer dan 20 jaar grotendeels werd genegeerd, deed stiefbroer Andy van den Hurk het enige wat hij kon bedenken om de politie zover te krijgen de zaak opnieuw te onderzoeken met een DNA-test: Hij bekende valselijk haar moord.
De Verdwijning Van Nicole van den Hurk
In 1995 was Nicole van den Hurk een 15-jarige studente die bij haar grootmoeder in Eindhoven, Nederland, verbleef. Op 6 oktober verliet zij ’s morgens vroeg het huis van haar grootmoeder om op de fiets naar haar werk in een nabijgelegen winkelcentrum te gaan.
Maar ze is nooit aangekomen.
De politie begon toen naar haar te zoeken en ontdekte later die avond haar fiets bij een nabijgelegen rivier. De zoektocht duurde een aantal weken, maar de volgende aanwijzing kwam pas op 19 oktober, toen haar rugzak werd gevonden bij het Eindhovens kanaal. De politie bleef de rivier, het kanaal en de bossen in de buurt in de daaropvolgende drie weken meerdere malen doorzoeken, maar zonder resultaat.
Op 22 november, zeven weken na de verdwijning van Van den Hurk, stuitte een voorbijganger op haar lichaam in het bos tussen Mierlo en Lierop, niet ver van het huis van haar grootmoeder.
Ze was verkracht en vermoord. De politie stelde vast dat de doodsoorzaak hoogstwaarschijnlijk inwendige bloedingen waren ten gevolge van een steekwonde.
Het onderzoek
De politie had weinig verdachten. Een lokale vrouw genaamd Celine Hartogs beweerde aanvankelijk de mannen te kennen die betrokken waren bij de moord op Van den Hurk. Zij had in Miami vastgezeten wegens drugshandel en beweerde dat de mannen voor wie zij had gewerkt, bij de moord betrokken waren geweest.
Van den Hurk’s stiefvader steunde eerst Hartogs verhaal, maar bij nader onderzoek stelde de politie vast dat haar beweringen niet klopten en geen verband met elkaar hielden.
In de zomer van 1996 arresteerden de autoriteiten kortstondig de stiefvader en stiefbroer van het slachtoffer, Ad en Andy van den Hurk, maar er was geen bewijs dat hen met het misdrijf in verband bracht. Beiden werden vrijgelaten en uiteindelijk van alle betrokkenheid vrijgesproken.
Andy van den Hurk/Twitter Andy van den Hurk, de stiefbroer van Nicole.
Er werd een beloning uitgeloofd voor informatie die met de moord in verband kon worden gebracht, maar dat leverde geen bruikbare aanwijzingen op. Tot overmaat van ramp werd het aantal rechercheurs in het onderzoeksteam teruggebracht. In de daaropvolgende jaren droogden alle aanwijzingen op en raakte de zaak in het slop. In 2004 heropende een cold case-team de zaak kortstondig, maar ook dat mislukte.
Een valse bekentenis
In 2011, zonder oplossing en met een vastgelopen onderzoek, had Andy van den Hurk er genoeg van.
Zoals vermeld in een Facebook-post van 8 maart van dat jaar, bekende Andy van den Hurk dat hij zijn stiefzus had vermoord:
“Ik word vandaag opgepakt voor de moord op mijn zus, ik heb bekend zal binnenkort contact opnemen.”
De politie arresteerde hem prompt, maar constateerde opnieuw dat er geen ander bewijs was dan zijn eigen bekentenis dat hem in verband bracht met de moord op zijn stiefzus. Hij werd vervolgens vrijgelaten na slechts vijf dagen in hechtenis.
Kort daarna trok hij zijn bekentenis in en zei dat hij alleen had bekend om de aandacht weer op de zaak van zijn stiefzus te vestigen:
“Ik wilde haar laten opgraven en DNA van haar krijgen. Ik heb mezelf erin geluisd en het had vreselijk mis kunnen gaan. Om haar op te graven, moest ik stappen ondernemen om haar op te graven. Ik ging naar de politie en zei dat ik het gedaan had. Ze is mijn zus, absoluut. Ik mis haar elke dag.”
Andy’s plan werkte echter. In september 2011 groef de politie het lichaam van Nicole van den Hurk op voor DNA-onderzoek.
Het proces
Nadat ze het lichaam hadden opgegraven, vond de politie DNA-sporen van drie verschillende mannen, waarvan werd aangenomen dat ze allemaal toebehoorden aan haar stiefbroer, haar vriend ten tijde van haar verdwijning, en een 46-jarige voormalig psychiatrisch patiënt en veroordeelde verkrachter genaamd Jos de G.
Er werden officieel aanklachten ingediend tegen de G voor de verkrachting van en moord op Nicole van den Hurk in april 2014. De verdediging trok het DNA-bewijs echter meteen in twijfel en wees erop dat er ook DNA van twee andere mannen op het lichaam zat. Ook suggereerden zij dat het mogelijk was dat de G en van den Hurk voorafgaand aan haar moord consensuele seks hadden bedreven. Dit alles leidde uiteindelijk tot een verlaging van de aanklacht tegen de G van doodslag naar doodslag.
YouTubeNicole Van den Hurk’s vermoedelijke moordenaar en veroordeelde verkrachter, Jos de Ge.
Justice
Het proces sleepte zich meer dan twee jaar voort. Wetenschappers analyseerden de resultaten opnieuw en bevestigden dat het DNA van het lichaam buiten redelijke twijfel aan de G toebehoorde, maar op basis van dit DNA alleen kon niet met zekerheid worden bewezen dat de G bij de moord betrokken was.
Na 21 jaar aan-en-uit-onderzoek en bijna twee jaar voor de rechter, werd de G op 21 november 2016 vrijgesproken van de moordaanklacht. In plaats daarvan werd de G schuldig bevonden aan verkrachting en veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf.
Na deze blik op de zaak Nicole van den Hurk, lees verder over de huiveringwekkende verdwijningen van Jennifer Kesse en Maura Murray.