Het standpunt krijgt een eigen hoofdstuk. Zo belangrijk is het!
Het identificeren van het standpunt van een stuk literatuur is cruciaal. We moeten weten vanuit welke richting het verhaal wordt verteld. Als een verteller een rol speelt, verandert zijn perspectief onze ervaring van de gebeurtenissen die worden verteld, toch? Hier zijn de basisvertelperspectieven:
Omnisciënt (alziend): Dit vertelperspectief komt in de gedachten van alle personages. Lezers krijgen details te zien die geen enkele persoon zou kunnen weten of zien. Werken met dit gezichtspunt geven de lezer een “all access pass” tot de gebeurtenissen.
Eerste persoon: Deze vertelling neemt het standpunt in van één personage. Meestal identificeren we ons met dat personage. Je herkent een eerste-persoonsvertelling aan het gebruik van “ik” en “jij” in het verhaal. Lezers halen vaak de auteur en de verteller op één hoop; verwar de auteur en de verteller niet door elkaar. Lezers van Edgar Poe gaan er bijvoorbeeld maar al te vaak van uit dat hij aan het woord is wanneer de bizarre vertellingen zich voordoen. Of lezers van Indiaanse literatuur gaan ervan uit dat de auteur de spreker is.
*Derde persoon: Volgens Merriam Webster’s Reader’s Handbook: Your Complete Guide to Literary Terms, derde persoon:
is de stem waarin een verhaal wordt gepresenteerd wanneer de verteller geen personage in het verhaal is. De term verwijst eigenlijk naar een van de twee vertelstemmen. Een verhaal verteld in de derde persoon enkelvoud is een verhaal waarin de verteller schrijft vanuit het gezichtspunt van een enkel personage, en alleen datgene beschrijft en opmerkt wat dat personage kan zien, horen en weten, maar niet met de stem van dat personage, zoals in Henry James’ What Maisie Knew. Een alwetende verteller in de derde persoon is in gezichtspunt niet beperkt tot één personage en kan dus elk aspect van dat verhaal becommentariëren. (4001)
Beschouw de derde persoon dan als een derde optie.
Elk van de vertelperspectieven stelt auteurs in staat de doorleefde werkelijkheid weer te geven. Dit is echter een onmogelijke taak, met alleen taal. Denk maar aan de vele keren dat je niet in staat was om precies over te brengen wat je bedoelde met woorden. Woorden stellen ons teleur, hoe briljant hun beschrijvende capaciteiten ook zijn.
Let op
*Er zijn slechts kleine verschillen tussen de vertelstijlen van de derde persoon.
Dit citaat komt uit mijn oude literatuurtekst, Literature: An Introduction to Fiction, Poetry and Drama (8e ed.), door Kennedy en Gioia:
“Derde persoon: Een type vertelling waarin de verteller een niet-deelnemer is. In een derde-persoonsvertelling worden de personages aangeduid als ‘hij’, ‘zij’, of ‘zij’. Derde-persoonsvertellers zijn meestal alwetend, maar het niveau van hun kennis kan variëren van totale alwetendheid (de verteller weet alles over de personages en hun levens) tot beperkte alwetendheid (de verteller is beperkt tot de waarnemingen van één personage)” (G31).