Biologen hebben een brede waaier van morfologische, biochemische en fysiologische metrieken ontwikkeld om de gezondheid en, in het bijzonder, de energetische status van individuele dieren te beoordelen. Deze metriek is ontstaan om aspecten van de menselijke gezondheid te kwantificeren, maar is ook nuttig gebleken voor vragen over de levensgeschiedenis, ecologie en het beheer van natuurlijke rijkdommen van wild en commerciële dieren. We bekijken de toepassing van conditie-indices (CI) voor conservatiestudies en focussen op metingen die vetreserves kwantificeren, waarvan bekend is dat ze cruciaal zijn voor energetisch uitdagende activiteiten zoals migratie, voortplanting en overleven tijdens periodes van schaarste. Standaardmethoden zijn gebaseerd op een score van het vetgehalte of op een verhouding van het lichaamsgewicht gerationaliseerd door een maat voor de grootte, gewoonlijk een lineaire dimensie zoals de vleugellengte of de totale lichaamslengte. Hogere numerieke waarden van deze indices worden geïnterpreteerd als zou een dier over grotere energiereserves beschikken. Dergelijke KI’s kunnen voorspellende informatie verschaffen over de kwaliteit van de habitat en de voortplantingscapaciteit, die op zijn beurt beheerders kan helpen bij het evalueren van de instandhouding en het voeren van een beleid. We overlopen de vragen over de meetmethoden en -methodes en beschrijven het verband tussen CI’s en maten van lichaamsvorm. De discussies in de literatuur over de beste statistische methoden voor het berekenen en vergelijken van CI’s blijven onopgelost. Vervolgens gaan we in op de diversiteit van de methoden die gebruikt worden om de lichaamssamenstelling te meten en op de diversiteit van de fysiologische modellen waarmee de lichaamssamenstelling en de CI’s worden berekend. De onderliggende fysiologische regulatiesystemen die de verdeling van energie en nutriënten over compartimenten en processen in het lichaam regelen, zijn slecht begrepen, vooral voor veldsituaties, en wachten op basisgegevens uit aanvullende laboratoriumstudies en geavanceerde meetsystemen, waaronder telemetrie. Voorlopig kunnen standaard fysiologische CI’s ondersteunend bewijsmateriaal en mechanistische verbanden leveren voor populatiestudies die van oudsher het zwaartepunt vormen van de instandhoudingsbiologie. Fysiologen kunnen met validatiestudies en de ontwikkeling van nieuwe instrumenten richting geven aan de veldtoepassing van de conditie-indices.