Is dit een vraag die beantwoord moet worden? Is het niet een beetje als vragen of het bestaan van God bewezen kan worden? Waarom moeten we het bewijzen? Waarom moeten we weten of Moslims dezelfde God aanbidden als wij? Welk verschil zou dat kunnen maken? Laat mij, dit gezegd zijnde, enkele gedachten wijden aan de vraag waarom een antwoord van enige betekenis zou kunnen zijn. Er is gezegd dat indien het onderwerp niet hetzelfde is, de predikaten er niet toe doen. Met andere woorden, als we het niet over dezelfde God hebben, dan kan wat we over God te zeggen hebben heel verschillend zijn en maakt het niet uit.
Iedereen die Jack Miles’ Biography of God heeft gelezen, weet dat het bijbelse verhaal God met veel verschillende gezichten afbeeldt. In het Eerste Testament is God schepper, strijder, jaloerse minnaar, moeder, enz. enz. Toen kwam Jezus en als Christenen geloven wij dat Hij Gods Messias was en dat God in Christus was en zo verschijnt in nog een andere gedaante, die van een mens, die lijdt onder verraad, kruisiging, die sterft en dan weer tot leven wordt gewekt.
In sommige opzichten lijken deze beelden van God tegenstrijdig. Hoe kan God, die David opdroeg vrouwen, kinderen en vee te doden, en die de wens van de Psalmist om “onschuldige baby’s tegen een rots te slaan” als lof aanvaardde, dezelfde God zijn als de Vader van onze Heer Jezus Christus? Marcionieten zeiden dat dit niet kon; de Kerk zei uiteindelijk van wel. Wat de Christenen op hun best deden, was ervoor zorgen dat Jezus centraal bleef staan in hun begrip van het Eerste Testament. Met andere woorden, wanneer de verhalen en beloften van het Eerste Testament in de Kerk worden onderwezen en bestudeerd, moet altijd in gedachten worden gehouden dat God in Christus de norm is voor ons begrip van wie God is, was en altijd zal zijn en hoe God werkt om heelheid en genezing te brengen in een gebroken wereld.
Toen kwamen de Moslims en zeiden dat er geen andere God is dan God, de God van Abraham, Izaäk, Jakob, David, Salomo en Jezus. Zij geloven dat de God die door Mohammed wordt gepredikt en door Moslims wordt geloofd, dezelfde God is. Er is geen andere god dan God. “Onze God en uw God is Eén,” herhaalt de Koran. Moslims zijn zeker van plan geen andere God te aanbidden dan de God die door joden en christenen wordt aanbeden. Maar na dit gezegd te hebben, blijven Moslims volhouden dat wij nooit kunnen weten wie God is, maar alleen wat God wil dat wij doen. Er is geen openbaring van onszelf, alleen een openbaring van Gods wil. Evenzo aanvaarden zij niet ons begrip van de menswording of het kruis. Dit zijn ongetwijfeld belangrijke verschillen, maar betekent dit dat zij een andere God aanbidden, waaruit sommigen een ‘valse’ God zouden kunnen afleiden?
Ik heb vaak nagedacht over de ervaring van Paulus. Voor zijn bekering wist hij zeker goed wat wij de wil of wet van God zouden kunnen noemen. Hij was doordrenkt van Rabbijnse training. Maar op de weg naar Damascus, ervoer hij iets anders. Hij zag wat een helder licht leek en het deed hem op de grond vallen. In antwoord op een stem uit de hemel riep hij uit: “Vertel me Heer, wie je bent?” Het antwoord was eenvoudig: “Ik ben Jezus, die gij vervolgt.” Dat Jezus van Nazareth, die de heersers kort daarvoor hadden gedood en aan een boom gehangen, de Heer, de Messias bleek te zijn, kwam als een schok voor deze Joodse Zeloot. Als reactie hierop moest Paulus veel tijd besteden aan het heroverwegen van zijn theologie en zijn begrip van de manier waarop God werkt om mensen te verlossen. Het veroorzaakte een dramatische ommekeer. Maar betekende dit nieuwe inzicht dat Paulus een andere God begon te aanbidden, of dat hij God op een andere manier ging aanbidden? Zeker was zijn onderscheidingsvermogen, zijn begrip van God radicaal veranderd. Hij hanteerde nooit meer een zwaard ter verdediging van zijn nieuwe geloofsbeleving en ging nooit meer over tot vervolging en gevangenneming van anderen die er anders over dachten. Ja, hij aanbad God op een andere manier, maar aanbad hij ook een andere God? Wij zouden kunnen beweren, zoals sommigen doen, dat Paulus door zijn ontmoeting met Christus van een valse aanbidding overging naar een aanbidding die waar is. Met andere woorden, de kwestie is er een van ware of valse aanbidding. Maar is het ‘vals’ aanbidden van God hetzelfde als het aanbidden van een valse God? Ik denk het niet.
Hetzelfde geldt voor Moslims. Het feit dat hun begrip van wie God is en hoe God in de geschiedenis werkt om menselijke heiligheid tot stand te brengen, andere contouren heeft dan het onze, mag niet betekenen dat zij daardoor een andere God aanbidden. Aanbidden zij God anders? Ja, in sommige opzichten zeker wel, net als de Joden. Aanbidden zij een andere God? Dat is zeker niet hun bedoeling, en als het niet hun bedoeling is, waarom zouden wij dan opzettelijk proberen dat wel te maken? Zoals de Arabieren zeggen: God weet het. Een passende afsluiting van zo’n vraag is misschien Jezus’ antwoord aan de vrouw bij de bron in Samaria: “God is Geest en wie God aanbidden, moeten aanbidden in geest en waarheid.”