Obesitas bij honden moet worden beschouwd als een serieus probleem dat niet langer kan worden genegeerd. Het dilemma is dat een hond met overgewicht moeilijker te trainen is, omdat obesitas aanleiding geeft tot ademhalingsproblemen en problemen met het bewegingsapparaat die ook een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van leven van een hond en een toch al korte levensduur. Obesitas kan ook het risico op andere chronische ziekten zoals hondensuikerziekte en hartaandoeningen verhogen, waardoor obesitas bij honden een belangrijk gezondheidsprobleem is in de diergeneeskunde.
Diëten en programma’s voor gewichtscontrole bij honden kennen een wisselend succes, en er is gemeld dat weinig honden in staat zijn hun optimale lichaamsgewicht te behouden als ze een stofwisselingsstoornis hebben ontwikkeld die verband houdt met overgewicht. Als zodanig is voorkomen altijd beter dan genezen, en kennis van voorspellende markers in verband met obesitas bij honden zou zeker helpen om dit probleem te beheersen.
Hoewel studies in menselijke obesitas hebben vastgesteld dat een hoog geboortegewicht en gewichtstoename tijdens de groei worden geclassificeerd als vroege risicofactoren voor obesitas op volwassen leeftijd, was het niet bekend of hetzelfde gold voor honden.
In een recente BMC Veterinary Research publicatie, voerde een groep onderzoekers van de LUNAM University en Nantes-Atlantic College of Veterinary Medicine in Frankrijk een longitudinale studie uit bij opgroeiende honden om voorspellende factoren te onderzoeken die kunnen verklaren waarom ze op volwassen leeftijd overgewicht en obesitas krijgen.
Beagle honden uit tien verschillende nesten werden in een gecontroleerde omgeving gehouden en gedurende twee jaar na de geboorte gevolgd. Door de honden in identieke omstandigheden te houden, konden de onderzoekers de groei, lichaamssamenstelling en hormonale variaties tijdens de volwassenheid meten met minder externe variabelen. Hoewel de steekproefomvang klein was, toonde de studie verschillen aan in de ontwikkeling van obesitas en het krijgen van overgewicht tussen honden gematcht voor leeftijd, geslacht en ras.
Het werd vastgesteld dat sommige honden, ondanks het feit dat ze van hetzelfde ras zijn en in dezelfde omstandigheden worden gehouden, vatbaarder zijn voor vettoename. Het lichaamsgewicht van de moeder en de vader waren positief gecorreleerd met dat van hun nakomelingen, wat wijst op een mogelijk ouderlijk verband met zwaarlijvigheid bij honden dat verder onderzoek vereist.
In tegenstelling tot mensen bleek het neonatale lichaamsgewicht niet gecorreleerd te zijn met het krijgen van overgewicht later in het leven. De vroegste voorspellende marker zou op 2 weken na de geboorte liggen, waar werd waargenomen dat pups met een groeisnelheid van meer dan 125% significant meer kans hadden om in de groep “overgewicht” te vallen; een bevinding die vergelijkbaar is met menselijke studies, die hebben aangetoond dat een hoge gewichtstoename in de vroege levensfasen wordt geassocieerd met de ontwikkeling van obesitas als volwassene. Het was echter onduidelijk of de melk van het moederdier en/of de worpgrootte van invloed waren op de overgewichtstatus.
Deze voorlopige resultaten zijn bemoedigend, en dergelijke kennis over voorspellende factoren van zwaarlijvigheid zou door fokkers en dierenartsen moeten worden gebruikt om eerder in het leven voedingsaanbevelingen te doen. Honden met een hoge groeisnelheid gedurende de eerste twee weken en een hoge lichaamssamenstelling score op 7 maanden zouden vroegtijdig op een beperkt dieet moeten worden gezet, om ervoor te zorgen dat honden een gezond gewicht behouden en een betere kwaliteit van leven behouden.
Wij adviseren altijd met uw dierenarts te praten als u zich zorgen maakt over het gewicht van uw hond, voordat u hem op een calorie gecontroleerd dieet zet. We hopen echter dat een groter bewustzijn van de oorzaken en risico’s van obesitas bij honden zal helpen om deze huidige epidemie “af te slanken” (sorry!).