Deze kleine woordjes veroorzaken veel problemen bij taalleerders. Em, No, Na zijn voorzetsels. In deze les leert u wat ze betekenen en wanneer u ze moet gebruiken.

Em = in, op, bij

Voorbeeld:

  1. Eu estou em casa. = Ik ben thuis.
  2. Em que estado você mora? = In welke staat woont u?
  3. Os preços subiram em média 6% em 2016. = De prijzen stegen gemiddeld 6% in 2016.

Helaas zijn de dingen niet altijd zo eenvoudig, zoals u ongetwijfeld weet. Er zijn twee dingen die een beetje complexiteit aan dit beeld toevoegen:

  1. In het Portugees zijn voorzetsels het in geslacht en getal eens met het woord waarnaar ze verwijzen.
  2. In het Portugees trekken we het voorzetsel Em samen met bepaalde lidwoorden.

Voordat je in paniek raakt, laat ik je voorbeelden zien om dit duidelijk te maken:

Voorbeeld 1:

Het boek ligt op de tafel.

In deze zin heb je:

  1. Het voorzetsel Op, dat in het Portugees is: Em
  2. Het bepaald lidwoord De, dat in het Portugees is: A (omdat tafel een vrouwelijk zelfstandig naamwoord is)

Zoals ik al zei, moet je in het Portugees het voorzetsel Em samentrekken met het lidwoord A. Dus je hebt:

  1. em + a = na

Daarom hebben we:

  • Het boek ligt op tafel. = O livro está na mesa.

Het lijkt veel om over na te denken, maar dit gaat allemaal snel genoeg op de automatische piloot in je hersenen.

Wat is dan Na?

Na = em + a = op de, in de, op de, gebruikt voor vrouwelijke woorden

Hier volgen voorbeelden, waaronder een met de meervoudsvariant Nas:

  1. Maria está na praia. = Maria is op het strand.
  2. O gato está na cama. = De kat in op het bed.
  3. O leite está na geladeira. = De melk is in de koelkast.
  4. Ela está sempre com a cabeça nas nuvens. =Ze is altijd met haar hoofd in de wolken.

Hoe zit het met Nee?

No = em + o = bij de, in de, op de, gebruikt voor mannelijke woorden

Hier zijn voorbeelden, waaronder een met de meervoudsversie Nos:

  1. Tinha muita gente no show. = Er waren veel mensen op het concert.
  2. Meu casaco está no guarda-roupa. = Mijn jas is in de garderobe.
  3. Eu moro no terceiro andar. = Ik woon op de derde verdieping.
  4. Não sei o que fazer nos últimos dias das minhas férias. = Ik weet niet wat te doen op de laatste dagen van mijn vakantie.

Wat je moet gebruiken bij de maanden van het jaar

Ik hoor vaak Portugeessprekers No gebruiken bij de maanden van het jaar. Dit is onjuist. In plaats daarvan gebruiken we Em. Hier zijn voorbeelden:

  1. Meu aniversário é em setembro. = Mijn verjaardag is in september.
  2. Vou fazer uma viagem em março. = Ik ga op reis in maart.

Bekijk ook mijn videoles over de maanden van het jaar.

Bekijk ook deze les over lidwoorden en voorzetsels die je kunt gebruiken bij de maanden van het jaar.

Wat je moet gebruiken bij steden en landen

Deze is een beetje lastig omdat landen in het Portugees een geslacht hebben. Ik heb een hele les over dit onderwerp. Bezoek de les hier.

Is dat alles?

Wel, niet echt. Er zijn verschillende situaties die vragen kunnen oproepen.

Zo zou je in het Engels soms het bepaalde lidwoord niet gebruiken, maar in het Portugees wel. In deze gevallen kun je geneigd zijn om Em te gebruiken wanneer de juiste optie No of Na zou zijn. Bijvoorbeeld:

  • As pessoas dão presentes no Natal. = Mensen geven cadeautjes met Kerstmis.

Er zijn ook gevallen waarin we de voorzetsels Em, Na, No gebruiken die in het Engels andere dingen betekenen dan in, on, at.

Vandaag wilde ik je helpen om de basisredenen achter het gebruik van em, no, na in het Portugees te begrijpen, omdat het hebben van een solide basis het gemakkelijker zal maken om de complexiteit toe te voegen naarmate je Portugees vordert. Ik hoop dat de les van vandaag je zal helpen om met meer vertrouwen Portugees te spreken.

Je weet dat oefening baart kunst, toch? Ontwikkel uw Portugees met een Street Smart Brazil-instructeur!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.