Deelbeschrijvingen
LP15701-3 Leukocytenesterase
Leukocytenesterase (LE) is een enzym dat zich in WBC’s bevindt. In vloeistoffen die gewoonlijk “celvrij” zijn, wijst detectie van dit enzym op de aanwezigheid van een aanzienlijk aantal WBC’s, wat kan wijzen op infectie of ontsteking. In urine wordt deze test gebruikt om witte bloedcellen en andere afwijkingen in verband met infecties op te sporen. Witte bloedcellen in de urine wijzen meestal op een urineweginfectie (UTI). De LE-test detecteert esterase, een enzym dat door witte bloedcellen wordt afgegeven. Het testen op LE is een routineonderdeel van de urineprik, en helpt bij het diagnosticeren van urineweginfecties. Positieve testresultaten zijn klinisch significant. De LE-test wordt ook gebruikt om te screenen op gonorroe en op vruchtwaterinfecties. De combinatie van de LE-test met de urinestikriettest is een uitstekend hulpmiddel om de aanwezigheid van een UTI vast te stellen. Een urinemonster dat positief test op zowel nitriet als leukocytenesterase moet worden gekweekt voor pathogene bacteriën.Copyright Tekst is beschikbaar onder de Creative Commons Attribution/Share-Alike License. Zie http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/ voor details.Bron: Wikipedia, Leukocytenesterase
LP20670-3 Leukocyten
Leukocyten of witte bloedcellen (WBC’s) zijn immuuncellen die infecties, gezwellen en andere ontstekingen bestrijden, en allergische reacties bemiddelen. Er zijn vijf soorten WBC’s die normaal in de circulatie aanwezig zijn en die alle zijn afgeleid van een soortgelijke stamcel in het beenmerg. De vijf typen WBC’s worden in twee groepen verdeeld op basis van de aan- of afwezigheid van korrels in het cytoplasma. Tot de granulocyten behoren de neutrofielen, basofielen en eosinofielen. Tot de niet-granulocyten behoren de lymfocyten en de monocyten. De neutrofielen bestrijden infecties door bacteriën op te nemen en te verteren. Eosinofielen en basofielen reageren op allergische reacties en zijn in staat antigeen-antilichaamcomplexen op te nemen. Monocyten fagocyteren bacteriën en geven interferon af om het immuunsysteem te stimuleren. Lymfocyten worden onderverdeeld in T-cellen en B-cellen. De T-celimmuniteit is cellulair en omvat de activering van fagocyten, terwijl de B-celimmuniteit antilichamen gebruikt om infecties te bestrijden. Zowel hoge als lage leukocytenaantallen kunnen markers zijn van infectie en maligniteit, en lage leukocytenaantallen worden geassocieerd met een verscheidenheid van primaire en secundaire immunodeficiënties, afhankelijk van het (de) WBC-type(n) dat (die) buiten het bereik valt (vallen). (Mosby’s manual of diagnostic and laboratory tests, Kathleen Deska Pagana; Timothy James Pagana, Elsevier St. Louis, Mo ©2010)Copyright Tekst is beschikbaar onder de Creative Commons Attribution/Share-Alike Licentie. Zie http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/ voor details.Bron: Regenstrief LOINC, Esterase (Wikipedia)
.