We gedenken Jacobus, zoon van Zebedeüs, ook bekend als Jacobus de Meerdere, die een van de Twaalf Apostelen was, op 30 april volgens de Juliaanse kalender. De Kerk van Christus wordt in de Geloofsbelijdenis de Apostolische Kerk genoemd, omdat zij gebouwd is op het fundament van de apostelen en profeten, waarbij Jezus Christus zelf de hoeksteen is (Efeziërs 2:20). Apostel Jacobus, de zoon van Zebedeüs, is een van de grondstenen van de Kerk, en daarom zou iedere christen de basisfeiten moeten kennen uit het leven van hen op wie het gebouw van onze Kerk rust. Ons doel vandaag is om u meer te laten weten over de belangrijkste feiten uit het leven van apostel Jacobus.
1. Jacobus en zijn broer Johannes waren zonen van Zebedeüs en gingen net als hun vader vissen in het Meer van Galilea. De naam van hun moeder wordt nergens genoemd behalve in het evangelie van Marcus, waar zij Salome wordt genoemd. Jezus Christus roept hen tot zijn apostelen onmiddellijk na Petrus en Andreas: En van daar gaande zag hij nog twee broeders, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broeder, in een schip met Zebedeüs, hun vader, hun netten makende; en hij riep hen. (Mattheüs 4:21). Jacobus en Johannes verlieten onmiddellijk hun vader en volgden Jezus. De heilige Johannes Chrysostom onderstreept hoe arm ze waren als ze hun netten moesten repareren in plaats van nieuwe te kopen. De zalige Theophylact van Ochrid vraagt waarom zij hun vader verlieten en suggereert dat het was omdat Zebedeüs, hun vader, niet in Christus geloofde. De heilige Gregorius de Dialogist, paus van Rome, prijst de twee broers en zegt dat zij erin geslaagd zijn het Koninkrijk der hemelen te verwerven ten koste van een boot en oude visnetten.
2. De Heer gaf Simon een nieuwe naam, Petrus, wat ‘een rots’ betekent; evenzo gaf Hij de broers Zebedeüs de bijnaam Boanerges, of ‘Zonen van de donder’. Wat bedoelde Hij daarmee? Chrysostom wijst erop dat Jezus dit deed om aan iedereen te laten zien dat Hij dezelfde God was die de mensen het Oude Testament had gegeven en die de bevoegdheid had om mensen een andere naam te geven: Hij had de naam Abram veranderd in Abraham, enzovoort. De H. Philaret (Drozdov) legt uit dat hun naam “Zonen van de Donder” betekende dat zij “donderende boodschappers van de Blijde Boodschap” waren.
3. Wij horen vaak dat alle apostelen volkomen gelijk zijn. Ondanks het feit dat zij allen dezelfde apostolische roeping hebben, waren zij toch verschillend in de mate van hun intimiteit met Jezus. Er zijn de Zeventig Apostelen, en er zijn de Twaalf die het dichtst bij de Heer stonden. Evenzo heeft de Heer altijd de drie van zijn naaste discipelen – Petrus, Jacobus en Johannes – uit de gelederen van de Twaalf Apostelen uitgekozen. Jakobus nam, samen met zijn broer Johannes en Petrus, deel aan de wonderbare visvangst (Lucas 5:10), de genezing van de dochter van Jaïrus (Marcus 5:37), was getuige van de Transfiguratie van de Heer (Lucas 9:28), en het gebed in Getsemane (Marcus 14:33). Hoewel Jacobus in deze gebeurtenissen geen rol van betekenis speelt, wagen hij en zijn broer het toch om Jezus te vragen hen in zijn heerlijkheid aan zijn rechter- en zijn linkerhand te laten zitten (Marcus 10:35-40), wat de andere tien discipelen razend maakte. De heilige Johannes Chrysostom legt deze passage als volgt uit: Zie hoe onvolmaakt zij allen waren: zowel deze twee die superieur wilden zijn aan de tien, als de tien die afgunstig waren op deze twee? Maar, zoals ik al heb gezegd: Kijk naar hun verdere leven, en je zult zien dat ze vrij waren van al die hartstochten. Luister hoe dezelfde Johannes die nu tot Jezus komt met het verzoek hem superieur te maken, later aan Petrus de hoogste rang toekent, zowel in de prediking als in de wonderen… Wat Jacobus betreft, hoewel hij niet al te lang geleefd heeft, was hij zo in vuur en vlam voor God dat hij alle menselijke dingen veronachtzaamde, onuitsprekelijke dapperheid bereikte en onmiddellijk martelaar waardig werd geacht. Zij allen werden volmaakt in alle deugden; maar toen waren zij verontwaardigd.” (Matteüs-commentaar).
4. Het evangelie van Lucas meldt het volgende merkwaardige detail van Jacobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die Jezus vragen, nadat de Samaritanen de Heer en zijn discipelen niet in hun dorp hadden laten blijven: Heer, wilt Gij dat wij vuur uit de hemel laten neerdalen en hen verteren, zoals Elias deed? (Lucas 9:54). De Heer weigerde echter, zeggende dat zij niet wisten van welke geest zij waren, en dat Hij niet gekomen is om mensenlevens te verwoesten, maar om ze te redden. De zalige Theofylact meent dat de discipelen niet in staat waren het vuur te doen neerdalen, maar dat zij de Heer vergelding wilden doen zoeken omdat zij nog niet volmaakt waren.
5. Het laatste gegeven dat de Schrift ons vertelt over het leven van de heilige Jacobus, zoon van Zebedeüs, is dat hij het martelaarschap onderging om Christus’ wil. Hij werd onthoofd in opdracht van koning Herodes Agrippa, niet lang voordat apostel Petrus werd gearresteerd. De heilige Jakobus was dus de eerste apostel die stierf voor de verkondiging van de verrezen Christus. Uit de heilige overlevering weten wij dat een van de bewakers die Jakobus naar de rechtbank leidde, zo onder de indruk was van zijn moed en woorden dat hij zich tot het christendom bekeerde en apostel Jakobus om vergeving vroeg. De apostel dacht even na en antwoordde toen: Vrede zij met u! en kuste hem, waarna zij samen werden onthoofd.
Heilige apostel Jacobus, zoon van Zebedeüs, zoon van de donder, bid tot God voor ons!
- Share
- Tweet
- Pin