De beste nacht gedichten in het Engels geselecteerd door Dr Oliver Tearle

Wat zijn de beste gedichten over de nacht in het geheel van de Engels literatuur? Hieronder geven we tien suggesties voor klassieke nachtgedichten uit de laatste paar eeuwen van het Engelse vers.

Robert Herrick, ‘The Night Piece: To Julia’.

Haar ogen leent de gloeiworm u,
De vallende sterren begeleiden u;
En ook de elfen,
Wiens kleine ogen gloeien
als de vonken van vuur, zijn bevriend met u …

Gloeiwormen, vallende sterren, en elfen: het staat allemaal in dit charmante gedicht (en dat zijn alleen de eerste drie regels). De laatste regel nodigt uit tot een seksuele lezing, nog een teken van de erotiek die de Julia-gedichten doordringt. (Hoewel we hier ook voetfetisjisme aan kunnen toevoegen.) Van een van de beste Engelse dichters uit de zeventiende eeuw.

Edward Young, uit Night Thoughts.

By Nature’s law, what may be, may be now;
There’s no prerogative in human hours:
In human hearts what bolder thought can rise,
Than man’s presumption on tomorrow’s dawn?
Where is tomorrow? In een andere wereld.
Voor getallen is dit zeker; het omgekeerde
is voor niemand zeker; en toch, op dit misschien,
dit toeval, berucht om leugens,
Zoals op een rots van hardsteen bouwen wij
onze berg hoop; spinnen eeuwige plannen,
Zoals wij de fatale zusters zouden outspinnen,
en, groot met de toekomst van het leven, verjaren …

Een enorm populair gedicht in zijn tijd, De Klacht: or, Night-Thoughts on Life, Death, & Immortality (om het gedicht zijn volledige titel te geven) van Edward Young (1683-1765) is een lange overkoepelende meditatie over de dood, die zich afspeelt in de loop van negen afdelingen of ‘nachten’. Het gedicht zou wel eens de oorsprong kunnen zijn van de uitdrukking ‘uitstel is de dief van de tijd’, die erin voorkomt.

Samuel Taylor Coleridge, ‘Frost at Midnight’.

De vorst verricht zijn geheime dienst,
Onbeholpen door enige wind.
De roep van de uil
Kwam luid en hoor, opnieuw! Luid als voorheen.
De bewoners van mijn huisje, allen in ruste,
hebben mij verlaten voor die eenzaamheid, die past bij
Abstruser mijmeringen: save that at my side
My cradled infant slumbers peacefully …

Geschreven in 1798, hetzelfde jaar dat Coleridge’s mijlpaal gedichtenbundel, Lyrical Ballads (co-auteur met Wordsworth), verscheen, is ‘Frost at Midnight’ een nachtelijke meditatie over de kindertijd en het opvoeden van kinderen, aangeboden op een conversationele manier en gericht op een aantal belangrijke thema’s van de romantische poëzie: het vormende belang van de kindertijd en de manier waarop die vormt wie we worden, en de rol die de natuur in ons leven kan spelen.

Robert Browning, ‘Ontmoeting bij nacht’.

De grijze zee en het lange zwarte land;
En de gele halve maan groot en laag;
En de opgeschrikte kleine golven die springen
in vurige krullen uit hun slaap,
Als ik de baai bereik met duwende voorsteven,
En haar snelheid doof in het modderige zand …

Dit korte gedicht van Robert Browning over een minnaar die op reis gaat voor een nachtelijke rendez-vous met zijn geliefde, bevat interessante en seksueel suggestieve beeldspraak om de ‘duwende voorsteven’ van de boot te beschrijven wanneer deze de baai binnenvaart…

Emily Dickinson, ‘We grow accustomed to the Dark’.

We raken gewend aan het donker –
Wanneer het licht is weggestopt –
Zoals wanneer de Buurvrouw de Lamp vasthoudt
Om haar Afscheid te aanschouwen –

Een Moment – Wij onzekere stap
Voor de nieuwheid van de nacht –
Dan – past ons Zicht op het Donker –
En ontmoet de Weg – rechtop …

De eerste regel van dit gedicht voorziet het gedicht ook van zijn hoofdthema: de manier waarop onze ogen zich aanpassen aan de duisternis, net zoals onze geest zich aanpast aan de somberheid van het leven en de contemplatie van de ‘nacht’ die de dood is.

Gerard Manley Hopkins, ‘The Starlight Night’.

Kijk naar de sterren! kijk, kijk omhoog naar de hemel!
O kijk naar al het vuurvolk dat in de lucht zit!
De heldere stadsdelen, de cirkel-citadellen daar!
Diep in de schemerige bossen duikt de diamant! the elves’-eyes!
The grey lawns cold where gold, where quickgold lies …

In dit gedicht, een van de vele sonnetten die Hopkins (1844-89) schreef, munt hij de wonderlijke term ‘fire-folk’ (die doet denken aan Angelsaksische kennings) om de sterren aan de nachtelijke hemel te beschrijven. Hopkins vergelijkt de sterren ook met de ogen van elfen en met diamanten, waarbij de uitdrukking ‘diamond delves’ de sterren aan de nachtelijke hemel vergelijkt met diamanten in donkere mijnen of grotten.

T. S. Eliot, ‘Rhapsody on a Windy Night’. De woorden van dit gedicht vormden de inspiratie voor het populaire liedje ‘Memory’ uit de Andrew Lloyd-Webber musical Cats, waarin Eliot’s boek met kattengedichten, Old Possum’s Book of Practical Cats, voor het toneel werd bewerkt. Maar ‘Rhapsody’, dat verscheen in Eliot’s eerste bundel, Prufrock and Other Observations (1917), biedt een door Baudelaire beïnvloed beeld van de stedelijke nacht, met zijn visioenen van een ‘menigte verdraaide dingen’, mysterieuze vrouwen die in deuropeningen rondhangen, en de kat die zichzelf platdrukt in de goot.

W. H. Auden, ‘Night Mail’. Dankzij de filmklassieker waarin het voorkomt – en waarvoor het speciaal geschreven is – blijft ‘Night Mail’ een van de bekendste gedichten van Auden. De film waarin het voorkomt, over de nachttrein die post vervoert van Londen naar Schotland, blijft een klassieker op het gebied van Britse documentaires; u kunt het fragment uit de film met het gedicht van Auden hier bekijken.

Philip Larkin, ‘Sad Steps’. In een van Larkins latere gedichten, ‘Sad Steps’ (1968), overpeinst de dichter op een nacht de maan nadat hij zich ‘na een plas’ een weg naar bed heeft gebaand. Vanuit dit schijnbaar onpoëtische begin verwerpt het gedicht verschillende conventionele poëtische voorstellingen van de maan voordat het tot een somberder conclusie komt – het soort dat gemakkelijker tot stand komt midden in de nacht.

Carol Ann Duffy, ‘Words, Wide Night’. Een kort gedicht, dit, om onze selectie van de beste nachtelijke gedichten af te sluiten. Dit gedicht behandelt een van de belangrijkste thema’s van Carol Ann Duffy: hoe taal te gebruiken om onze gevoelens aan een ander uit te drukken (zie ‘Tekst’ en ‘Syntaxis’ voor twee andere prominente voorbeelden). Als je ooit ’s nachts wakker hebt gelegen en verlangd hebt een afwezige minnaar (of toekomstige minnaar) aan te spreken, zal dit gedicht je zeker raken.

Als je van deze klassieke nachtelijke gedichten hebt genoten, vind je deze gedichten over slaap, deze klassieke maangedichten, en deze avond- en zonsonderganggedichten misschien ook leuk. Voor meer klassieke poëzie raden wij The Oxford Book of English Verse aan – misschien wel de beste poëzie-anthologie op de markt.

De auteur van dit artikel, Dr Oliver Tearle, is literair criticus en docent Engels aan de Loughborough University. Hij is de auteur van, onder andere, The Secret Library: A Book-Lovers’ Journey Through Curiosities of History en The Great War, The Waste Land and the Modernist Long Poem.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.